Nerium oleander
Verzorging
De verzorging van oleander is niet moeilijk, als we maar bedenken dat het beslist geen kamerplant is. In huis zullen de bloemknoppen al snel afvallen en de plant zal ziek worden vanwege te droge lucht en te weinig licht.
Vanaf begin mei zet men de plant op de meest zonnige plek in de tuin of op het terras. In warme zomers zal de plant dan uitstekend bloeien. De beste bloeiresultaten worden bereikt als oleanders een glazen of doorzichtig kunststof dak boven hun hoofd hebben.
Van oleanders is bekend dat, als ze met het hoofd in de zon staan, ze met de voeten graag in het water staan.
Dus tijdens zomerse dagen ( ± 25ºC) veel gieten.
Grote exemplaren 1 maal ’s morgens en 1 maal ’s avonds ± 10 liter liefst lauw water. Let wel op als het enkele dagen aan een stuk door regent, een oleander is geen waterplant en staat niet graag constant met de voeten in het water als er weinig of geen verdamping is. Zorg dus dat er een goede afwatering is zodat het water niet in de pot blijft staan.
Bemesting
Naast een grote drinker is de oleander ook een grote eter.
Meng in het voorjaar bij het verpotten flink wat organische mest door de potgrond en vervolgens tijdens de periodes van veel gieten regelmatig bijmesten tot half augustus.
Verpotten
Jonge planten worden regelmatig verpot, soms zelfs twee maal per jaar, later om de drie à vier jaar.
Bij oudere planten kan men ook wortelsnoei toepassen. Dit om ruimte te creëren voor verse potgrond en mest, zodat er niet steeds grotere potten gebruikt hoeven te worden.
Onze ervaring is dat wortelsnoei het best kan gebeuren aan het einde van de winter, dus eind februari / begin maart, net voordat de groei weer op gang komt.
Het grondmengsel bestaat uit goed doorlatende potgrond die niet te snel uitdroogt, voor dit laatste kan wat leem of klei toegevoegd worden.
Snoeien
Vaak wordt geadviseerd om de oleander te snoeien. Dit is echter zonde van de bloemknoppen die weggeknipt worden. Alleen als een plant te groot wordt zal een snoeibeurt onvermijdelijk zijn.
De uitgebloeide bloemtakjes worden door sommige mensen weggeknipt.
Dat moet vooral niet gebeuren omdat op dezelfde takjes vaak in het tweede en derde jaar opnieuw bloemen verschijnen. De takjes verdrogen vanzelf en zijn dan gemakkelijk weg te breken. Wij zelf snoeien de oleanders niet graag, alleen als het echt niet anders kan.
Een oleander moet weelderig kunnen groeien, hij zal dan in de toppen bloemknoppen ontwikkelen, zodra die bloemknoppen er zijn zal de plant niet meer zo hard in de hoogte groeien. Indien er voldoende gemest wordt zal de plant uitlopers op de stammen maken waardoor ze mooi bossig van vorm zal worden.
Heel vaak is men geneigd om te snoeien als de plant wat kaal geworden is, de plant zal weer snel uitlopen op de gesnoeide stammen maar na een of twee jaar is weer hetzelfde “kale” effect bereikt en zal er weer gesnoeid moeten worden!
Veel beter is het om de plant regelmatig mest te geven en zonodig een grotere pot.
Als er niet groter verpot kan/wil worden, is er ook nog de mogelijkheid om wortelsnoei toe te passen. Haal de plant uit de pot en snij met een scherp mes een gedeelte van de wortels weg waardoor er ruimte in de pot ontstaat voor verse potgrond met (organische) meststoffen. Pas de wortelsnoei echter alleen toe vlak voor het nieuwe groeiseizoen, dus eind februari/begin maart.
Overwintering
De winterberging voor de oleander is een goed geventileerde lichte ruimte van 4 tot 8ºC. Tijdens de winterperiode wordt weinig water gegeven, doch de potkluit mag niet geheel uitdrogen. In het voorjaar, als de temperatuur in de winterberging al wat hoger is, is af en toe een lauwe douche voor de plant aan te raden.
Vermeerdering.
De vermeerdering van oleanders gaat heel makkelijk. Zelfs in een glas water zal een stek al wortels vormen. Stekken in stekgrond heeft echter de voorkeur. De beste stektijd is van juni tot september. Met wat bodemwarmte wortelen de stekken binnen enkele weken.
Ziekten
De oleander wordt door slechts weinig ziekten geplaagd. Als dat toch het geval is, kan het behoorlijk ernstig zijn. De planten hebben wel eens last van dop- en wolluizen en van spintmijt, vooral bij een te warme en droge overwintering.
Dop- en wolluizen zijn goed te bestrijden met “Admire”. Tegen de spintmijt is “Massai” een goed middel.
Soms kan een plant aangetast worden door een schimmelziekte, verwijderen van de aangetaste delen is dan de enige oplossing.
Dit laatste geldt ook als remedie bij “neriumkanker”, de meest ernstige kwaal waaraan een oleander kan lijden. Bacteriewoekeringen binnen de weefsels zorgen voor lelijke gezwellen op stengels en bladeren. Bloemen die worden aangetast, verdrogen tot kurkachtige proppen. Dit is vooral het geval bij de gevuldbloemige oleanders.
De beste remedie is dan ook om een aangetaste plant te vernietigen. Wie dat niet over zijn hart kan verkrijgen, druk ik op het hart de plant zoveel mogelijk te isoleren van de anderen. De ziekte wordt door de sapdruppels en via insecten(beten) overgebracht.
Neem een gezond ogende stek, bewortel die, en zodra deze stek is aangeslagen doet u de aangetaste moederplant weg.
De stek controleert u weer zorgvuldig op mogelijke besmetting.
Eerste tekenen zijn lichtgele verkleuringen en het ontstaan van een klein vulkaanvormig puistje op het blad. Zo nodig herhaalt u de stekprocedure weer